Een hiphopmessias, Pulitzer-laureaat, meervoudig Grammy-winnaar, gevierd icoon. Met Kendrick Lamar stond gisteren in het Antwerpse Sportpaleis een van de.
Hier en daar werd wel eens oogcontact gemaakt en de kantjes van het podium opgezocht, maar dat maakte in de meeste gevallen deel uit van de performance. De vuurpijlen schoten in de lucht, de moshpits werden heviger en het Sportpaleis barstte definitief uit zijn voegen. De emotionele manier waarop hij de woorden uit zijn mond liet stromen tijdens “Count Me Out” liet niemand onberoerd en werd met de pijlen op zijn rug knap in scène gezet op het witte doek. “N95” stak het Sportpaleis letterlijk en figuurlijk in vuur en vlam met een enorme pyro-knal, dat voor het middenplein kenbaar het startschot was om de eerste moshpits in gang te zetten. Hier en daar waren er nog wel wat lege stoelen te bespeuren in de tribunes, wat niet onlogisch is als je weet dat je bijvoorbeeld voor een plaatsje in de onderste ring ongeveer 102 euro op tafel moest leggen. Dat deed Lamar op een zeer intrigerende manier door eerst zijn dansers de uitgerekte catwalk te laten afwandelen richting hoofdpodium, om dan zelf helemaal in de uithoek van dat podium achter een piano “United In Grief” in te zetten. Voor het slot haalde hij nog “ORANGE SODA” boven en maakte hij het feest compleet. Baby Keem bracht gisteren de deluxe-versie van zijn succesalbum The Melodic Blue uit en dat kon hij meteen vieren met het Sportpaleis. Dat hij gebruik kon maken van visuals en de lichten was een mooi extraatje waar hij royaal gebruik van maakte. Van vermoeidheid was er gisteren in het Sportpaleis geen sprake, meer nog: Kendrick Lamar leverde een van de sterkste concerten van het concertnajaar af. Het is een klein detailtje voor een voor de rest zeer aangename introductie. Uitgeblust en uitgeput was hij in Kiewit, wat niet onlogisch is na een lange en slopende tour.
Een buikspreekpop, een covid-test en een tweepersoonsbed: Kendrick Lamar had nogal wat attributen bij in het Sportpaleis. Gelukkig toverde hij ook een ...
Na een ziedend eerste uur leek de benzine in de tank van Lamar wel te slinken. Het antwoord vond Lamar in de attributenkast: hij bracht ‘United in grief’ met een buikspreekpop, beleefde tijdens ‘Lust’ een koortsdroom op een inderhaast aangerukt bed, en bracht ‘Father time’ achterover geleund in een stoel. Van de nieuwe songs zette vooral ‘N95’ de boel op stelten. Die werden extra aangezet met rockdrums en -gitaren, en ook Lamar schakelde een versnelling hoger dan bij zijn vorige passages in het Sportpaleis en op Pukkelpop: toen hij nu zijn intentie kenbaar maakte ‘to fuck the world for 72 hours’ klonk dat zo urgent dat we hem haast een condoom wilden aanreiken. Ook de productie die erbij hoorde, met meer strijkers en puntige pianoriedeltjes dan mokerende bassen, riep vragen op over hoe die plaat tijdens een concert tot leven kunnen komen. Met Mr Morale deed hij zijn uiterste best om dat voetstuk in twee te zagen: hij biechtte er onder meer een seksverslaving op, trok zijn eigen integriteit in twijfel, en maakte duidelijk dat hij zich de afgelopen jaren bewust afzijdig had gehouden bij politieke kwesties omdat hij die verantwoordelijkheid niet wilde.
Je zal jouw peperdure felgehypete show maar volstouwen met voornamelijk nummers uit je gloednieuwe, weinig commerciële dubbelaar. Kendrick Lamar dr...