In 2016 schreef Jan Blommaert 'Let op je woorden. Politiek, taal en strijd'. In de aanloop naar een toenmalige staking verschenen er in de media pareltjes ...
Stakingen en andere vormen van syndicale actie komen doorgaans op voor dat recht op werk zoals het in de Grondwet staat. Dit recht is een grondrecht dat in artikel 23 van de Belgische Grondwet als volgt wordt omschreven: De ‘schade’ is de opbrengst van de arbeid die die dag niet is gerealiseerd. Wie zegt dat ‘staken niets uithaalt’, moet er dringend de sociale geschiedenis van de 19de en 20ste eeuw op naslaan. Die lonen en arbeidsvoorwaarden zijn geen ‘privileges’ maar deel van een contractueel bedongen prijs voor de aangekochte arbeid. En dat zou mensen aan het denken moeten zetten over hoe mijn belangen verweven zijn met die van anderen. 3. Die macht drukt zich uit in economische schade, en economische schade is het doel van de staking. Zij zien hun dividenden en hun bonussen smelten als sneeuw voor de zon tijdens een staking. Stakingen zouden gaan over ‘privileges’ van de stakers. VOKA en UNIZO schreeuwen bij elke staking de omvang van de schade van alle daken, 200 miljoen euro voor die ene dag staking op 8 december 2014 in Brussel alleen bijvoorbeeld. Via een staking worden de echte processen in de economie dus zichtbaar: werknemers hebben wezenlijke macht in het economische proces, want zij kunnen het stilleggen. Trouwens, ook het juridische statuut van vakbonden – het feit dat ze evenmin als politieke partijen rechtspersoonlijkheid hebben – is vastgelegd in internationale verdragen die door ons land zijn geratificeerd.